Belang doeltreffende signalering kinderen met psychische problemen

Frits Boer emeritus hoogleraar Kinder- en jeugdpsychiatrie over het belang van doeltreffende signalering en triage. Hoe krijg je als professional in de jeugdhulp of het onderwijs een goed beeld van kinderen en hun eventuele psychische problemen? En hoe verwijs je tijdig, maar niet onnodig door naar specialistische hulp? Waarom vindt hij het thema zo belangrijk, en hoe helpt het dossier jeugdprofessionals samen op weg?

Pluis of niet pluis?

“Jongens en meisjes met psychische problemen zeggen niet uit zichzelf: ik wil naar de psychiater toe,” opent Boer het gesprek. Kinderen die mogelijk een (ernstig) probleem hebben, zijn dus voor herkenning en hulp afhankelijk van mensen in hun omgeving. Naast hun ouders zijn dat bijvoorbeeld de intern begeleider op school, het wijkteam of de huisarts. Die hebben echter vaak onvoldoende kennis van de jeugd-ggz. “Dat is niet hun tak van sport,” verklaart Boer. “Toch moeten ze in staat zijn om een gevoel te ontwikkelen: zou er iets aan de hand kunnen zijn? Vervolgens moeten ze kunnen inschatten wat er nodig is. Kun je het even aankijken, kun je volstaan met de hulp waar je zelf over beschikt, of moet je zo’n kind doorverwijzen?”

Als dat proces niet goed verloopt zijn er twee gevaren, aldus Boer. “Het eerste is dat een kind met problemen geen goede hulp krijgt. Een even groot gevaar is dat jongens of meisjes met lichte of geen problemen onnodig diagnoses krijgen. Dat zorgt ervoor dat de vrij schaarse hulp ‘verstopt’ raakt met kinderen die daar niet van profiteren, of er zelfs slechter van worden omdat ze ten onrechte een etiketje opgeplakt krijgen. Twee kanten op moet je dus zorgen dat je kinderen goed herkent.” Wat is daarvoor nodig? Een overzicht van kennis en ervaring op het gebied van signalering en triage richting de jeugd-ggz kan helpen, net als een solide verbinding met de specialistische jeugdhulp.

Meer dan alleen kennis ophalen

Hoe kunnen professionals in de zorg dichtbij huis en het onderwijs de expertise uit de jeugd-ggz het beste gebruiken? Alleen kennis in huis halen is niet voldoende; Boer pleit ook voor wederzijdse deskundigheidsbevordering: “Je moet bijvoorbeeld als huisarts laagdrempelig een consult kunnen inroepen van iemand uit de specialistische jeugd-ggz.” Zo’n consult is een leerervaring voor beide partijen: de consultverschaffer leert er ook van. Signalering en triage worden daarmee een gedeelde zorg. “Er zijn grote verschillen in kennis bij een huisarts, een intern begeleider op school of een jeugdgezondheidszorgprofessional. Niet elke methodiek werkt dan ook op elke plek.”

Instrumenten kunnen de rol van specialisten als consultverschaffer niet vervangen, benadrukt Boer: “Men denkt weleens dat je met een vragenlijst snel zelf kunt screenen of er sprake is van problematiek die een verwijzing naar specialistische hulp vereist. Dat is een groot misverstand. Je kunt wél een instrument gebruiken dat je helpt geen dingen over het hoofd te zien. Instrumenten zijn op zich niet verkeerd, maar gebruik ze als hulpmiddel. Niet in plaats van de inschatting van een ervaren professional.”

bron: kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie

Meer over: Jeugdzorg, Nieuws
Bijgewerkt: 26 februari 2020