Kinderen met ADHD die ernstige symptomen van ADHD of gedragsstoornis hebben of kinderen met ADHD van alleenstaande ouders moeten voorrang krijgen bij gedragstherapeutische behandelingen. Als zij niet snel worden behandeld leidt dit tot meer problemen voor hen en hun omgeving dan bij andere groepen kinderen met ADHD.
Onderzoek UMCG
Een groep onderzoekers van UMCG, VU en KU Leuven olv senior onderzoeker Annabeth Groenman van het UMCG concludeert dit, nadat zij een groot aantal studies op dit terrein samenvoegde tot een grote database. Hierdoor konden zij als eerste kijken welke subgroepen het beste reageren op gedragstherapie. De resultaten van haar onderzoek staan in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of American Academy of Child and Adolescent Psychiatry.
Gedragstherapeutische behandelingen verminderen de symptomen van ADHD en gedragsproblemen bij kinderen met ADHD. Ook verminderen ze de mate waarin zij en hun directe omgeving lijden onder de gevolgen van hun problemen. Ze zijn echter niet altijd even effectief voor alle kinderen met ADHD. Het is van groot belang om beter inzicht te krijgen voor wie de behandeling werkt en voor wie deze minder geschikt is, zodat de behandeling gerichter kan worden toegepast.
Effect gedragstherapie
Onderzoeker Annabeth Groenman leidde een grote studie waaraan liefst 33 andere onderzoekers van over de hele wereld meededen en hun data over behandeleffectiviteit met de groep deelden. Er werd een grote dataset gemaakt van al die gegevens. Zij onderzochten vervolgens de effecten van gedragstherapie bij 2200 kinderen jonger dan 18 jaar met ADHD op symptomen van ADHD, gedragsproblemen en ervaren beperkingen in functioneren.
Subgroepen kinderen
Uit het onderzoek blijkt dat gedragstherapeutische behandelingen voor kinderen met ADHD kunnen zorgen voor een vermindering van aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit, gedragsproblemen en de mate waarin kinderen en hun directe omgeving beperkingen ervaren in hun functioneren. Daarnaast vonden de onderzoekers een aantal subgroepen die anders op de behandeling lijken te reageren. Zo blijkt dat kinderen die naast ADHD ook een gedragsstoornis hebben, duidelijk verslechteren wanneer zij moeten wachten op behandeling. Dit gebeurt ook bij kinderen met meer kenmerken van ADHD of gedragsstoornissen en bij kinderen uit eenouder-gezinnen.
Snelle behandeling
Conclusie van het onderzoek is dat gedragstherapeutische behandelingen werken. Verder blijkt dat er groepen kinderen zijn die snel behandeld zouden moeten worden om te voorkomen dat zij achteruitgaan. Dit betreft met name kinderen uit een-ouder gezinnen, kinderen met ernstige gedragsproblemen of ernstige ADHD symptomen. Groenman pleit er dan ook voor dat dat deze groep kinderen onmiddellijk behandeld moet worden en niet op een wachtlijst moeten worden geplaatst. Voor deze kinderen geldt dat een gedragstherapeutische interventie hen kan behoeden voor verdere verslechtering.
bron: UMCG
Link naar publicatie in JAACAP