Onlangs gaven Leids hoogleraar psychologie Bernet Elzinga en orthopedagoog Carine Kielstra een webinar over depressieve tieners. De belangstelling was overweldigend.
Aan de ene kant schrijnend en aan de andere kant hartverwarmend en betrokken. Dat zei Bernet Elzinga, gespecialiseerd in stressgerelateerde psychopathologie, over de zevenhonderd aanmeldingen (voor de helft ouders, voor de helft professionals) voor het webinar over depressie bij tieners (10-17 jaar). Niet iedereen kon meedoen, maar gelukkig is het webinar terug te kijken.
Hoe herken je een depressie bij een tiener?
Een depressie is bij een tiener niet altijd even gemakkelijk te herkennen. Sombere gedachten zijn niet per se aan de buitenkant te zien en het komt ook voor dat een kind onder vrienden vrolijk lijkt, en vooral thuis somber en lusteloos is. Ingewikkeld is ook dat een depressie bij tieners gepaard gaat met gedrag dat tieners toch al vaak vertonen.
Wat is depressie eigenlijk?
Een depressie is moeilijk voorstelbaar voor mensen die er nooit een hebben gehad: aanhoudend zwart naar de omgeving en de wereld kijken en van binnen ook zwart voelen. Iemand die depressief is, heeft last van sombere gevoelens en kan niet meer genieten van de dingen terwijl dat eerder wel het geval was. Maar een depressie kan zich ook uiten in slecht slapen, slechte concentratie, niet meer eten, of juist heel veel, zich slecht voelen over zichzelf en gedachten hebben over de dood (er niet meer hoeven zijn).
Vaak voelen mensen met een depressie weinig of geen contact meer met de mensen in hun omgeving maar vooral isolatie en een grote eenzaamheid. Een prachtige animatie van de World Health Organisation: I had a black dog and his name was depression laat zien hoe een depressie iemand, en de omgeving van die persoon, volledig kan gaan beheersen. Maar ook dat je er weer overheen kunt komen.
Veel voorkomende gedragingen bij tieners zijn: geïrriteerd en ontstemd zijn of zelfs een vijandige opstelling, slecht tegen kritiek kunnen, zwart/wit-denken en/of huilbuien hebben. Reden tot zorg is er als deze verschijnselen ernstig zijn en langer dan twee weken aan één stuk aanhouden.
Waar komt een depressie bij tieners vandaan?
Vaak gaat het om een combinatie van psychologische en sociale factoren. Er kunnen genetische factoren in het spel zijn maar dat is zelden het hele verhaal. Depressiegevoelige tieners zijn al kwetsbaarder, bijvoorbeeld omdat ze faalangstig of verlegen zijn, of een verlies of andere nare ervaring hebben gehad.
Een andere risicofactor is een ouder met depressieve klachten. Als een van de ouders zelf angstig is of depressief is, is de kans 38 procent dat een kind op 20-jarige leeftijd daar ook al last van heeft – op 36-jarige leeftijd is dat zelfs 65 procent. Opmerkelijk is dat erfelijkheid hierbij geen rol hoeft te spelen. Dat is gebleken uit een onderzoek met geadopteerde kinderen: ook die bleken, net als biologische kinderen, een hoger risico te lopen om een depressie te ontwikkelen als er sprake was van een depressie bij (een van) de ouders. Dit suggereert dat depressie niet in de genen hoeft te zitten maar dat ook de voorbeeldfunctie en het contact met ouders van belang zijn.
Welke rol spelen ouders?
Kinderen die worden opgevoed met veel kritiek en veroordelingen als ze niet aan de verwachtingen of eisen voldoen, lopen een grotere kans een depressie te ontwikkelen. Het kind gaat zich slecht voelen, gaat (nog) slechter functioneren, krijgt nog meer kritiek, en zo belanden ouders en kinderen in een neerwaartse spiraal. Negatieve opmerkingen van ouders kunnen het zelfvertrouwen van een kind onderuit halen. Vergelijken met een broertje of zusje dat het beter doet, helpt ook niet. Verder kunnen ouders overbeschermend zijn en hun kinderen daarmee als het ware verstikken.
De problemen of psychische klachten van de ouders kunnen een belangrijke rol spelen. Een ouder die zelf depressief is, of heel perfectionisch, heeft meer de neiging om de omgeving, inclusief de kinderen, kritischer en negatiever te benaderen. Een angstige ouder kan eigen zorgen vertalen naar overbezorgd zijn over een kind. Ook een geschiedenis van verwaarlozing en mishandeling bij de ouders kan sporen achterlaten op de kinderen.
Wat heeft een kind nodig?
Tieners zijn bezig hun persoonlijkheid te vormen. Ze ontwikkelen eigen ideeën, eigen meningen, eigen plannen, kortom: autonomie. Ze hebben ruimte nodig en willen dat ouders hun hun gang laten gaan, al is dat voor ouders soms moeilijk. De vrienden lijken het belangrijkst; zo zetten ze zich af tegen het gezin en de ouders. Maar dat is schijn. Van de ouders hebben tieners nodig dat die warmte, empathie, contact, betrokkenheid en ondersteuning bieden: contact blijven maken, blijven praten en vragen, en proberen geen kritiek in te slikken. Maar niet tot het uiterste. Duidelijk grenzen en regels zijn ook belangrijk. In hun zoektocht is het voor tieners gezond dat niet alles lukt; mislukkingen en tegenslag horen bij het opgroeien, en het is goed als ouders tieners de gelegenheid geven om dingen uit te proberen, en ‘foute inschattingen’ niet meteen veroordelen. En: anders dan wel wordt aangenomen, de vader net zo belangrijk is als de moeder. Het onderzoek is daar ondubbelzinnig over. Het is essentieel dat een kind met ten minste één ouder een goede relatie heeft.
Een andere belangrijke manier waarop ouders een depressief kind kunnen helpen is goed voor zichzelf zijn en voor zichzelf zorgen, ook in psychische zin, en het samen goed hebben. Zo scheppen ze een harmonieuze omgeving voor het kind.
Welke rol spelen bijvoorbeeld een scheiding of corona
Kinderen zijn veerkrachtig. Een scheiding of sociale isolatie door corona zijn factoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan van een depressie. Maar kinderen die goed in hun vel zitten en een goed contact hebben met hun ouders en vrienden komen hier doorgaans na de nodige aanpassingen wel doorheen. Bij een scheiding heeft vooral de manier waarop die verloopt grote invloed op de kinderen. Bij een vechtscheiding lopen kinderen meer kans om schade op te lopen dan bij een meer harmonieus verlopen scheiding.
Wat als er hulp nodig is?
De zorg voor jongeren met depressieve klachten staat momenteel onder druk. Voor zowel de ouders als de jongeren zelf is het vaak een grote drempel om hulp te zoeken en als ze dat doen stuiten ze momenteel vaak op lange wachtlijsten. Cognitieve gedragstherapie is de eerste keus maar helaas slaat die maar bij ongeveer de helft van de jongeren voldoende aan. Afhankelijk is van de instelling of de hulpverlener, worden ouders wel of niet bij de behandeling betrokken.
Bron: universiteitleiden.nl