Eerder onderzoek toonde aan dat het hebben van een kind met autisme geldt als risicofactor voor het krijgen van nog een kind met de aandoening. Naast dit familiaire risico hebben wetenschappers van de Harvard Medical School nu ook een genderspecifiek risico binnen families ontdekt. Hierover was eerder weinig bekend.

Genderspecifiek-risico

De wetenschappers onthullen dat vooral jongere broers van een meisje met autisme een hoger risico hebben. Deze bevinding kan nuttig zijn voor kinderartsen en klinisch genetici om in een vroeg stadium de aandoening vast te stellen. Daarnaast is de kennis nuttig om mee te nemen in consulten met ouders die al een kind met autisme hebben.

Het is voor zorgprofessionals belangrijk om ouders te voorzien van informatie over de mogelijke gezondheidsrisico’s van hun te verwachten kind(eren).

Risico op autisme hoogst bij jongere broers

Voor de studie analyseerde het Harvard-team gegevens van 1,5 miljoen Amerikaanse gezinnen met twee kinderen. Van de ruim 3 miljoen kinderen (4-18 jaar) had 1,2 procent autisme spectrum stoornis (ASS). Dit bleek vaker het geval bij jongens dan meisjes, wat consistent is met eerdere studies, die laten zien dat jongens een hoger risico hebben.
Het meest opmerkelijke resultaat was dat binnen gezinnen:

  • de jongere broers van een meisje met autisme het hoogste risico op ASS hebben;
  • omgekeerd hebben jongere zussen van een jongen met ASS het laagste risico.

Ingewikkelde wisselwerking tussen genen en omgeving

Volgens de onderzoekers wijzen de resultaten erop dat autisme en verwante stoornissen mogelijk ontstaan vanuit een ingewikkelde wisselwerking tussen genen en omgevingsfactoren. Waarom dit zo is kan nog niet gezegd worden, maar het is wel duidelijk dat jongens meer worden geraakt dan meisjes.

Meer weten over autisme?

Volgens het CBS komt autisme in Nederland bijna 3 procent van de bevolking voor. Voor de kinderen die het grootste risico lopen is de kans altijd nog groter dat zij de aandoening niet krijgen. Het Autisme Kenniscentrum biedt gespecialiseerde diagnostiek en de mogelijkheid van een kortdurende behandeling.

bron: Harvard University

Meer over: Autisme, onderzoek
Bijgewerkt: 4 oktober 2017