Een nieuw Noors onderzoek toont aan dat kinderen die meer bewegen minder kans op depressie lopen dan hun minder actieve leeftijdgenoten.
Blijvend positief effect
Het is de eerste keer dat er onderzoek is gedaan naar het effect van beweging op de ontwikkeling van depressie op jonge leeftijd. Net als bij volwassenen staat nu vast dat fysieke activiteit een blijvend positief effect heeft op de mentale gesteldheid van kinderen.
Uit eerdere onderzoeken is al gebleken dat beweging een positief effect kan hebben op de gemoedstoestand van volwassenen. De invloed van fysieke activiteit op de mentale gezondheid van kinderen is echter nog niet eerder onderzocht.
Depressie pas later zichtbaar
Depressie en andere mentale aandoeningen worden meestal pas zichtbaar vanaf de puberteit. Studies onder jongeren starten daarom doorgaans pas bij deze leeftijdsgroep. Reden voor de onderzoekers van Trondheim om zich nu eens te richten op kinderen in hun mid-kinderjaren. Beginnend bij de leeftijd van 6 jaar.
Actieve kinderen, doelgroep van 6-10 jaar
Het onderzoek naar de invloed van beweging op depressie halverwege de kindertijd werd uitgevoerd aan de Universiteit in Trondheim, Noorwegen. Hiervoor volgden de onderzoekers 795 kinderen op hun zesde jaar, 699 op hun achtste en 702 op hun tiende jaar.
Alle kinderen werd gevraagd om de activiteitentracker de hele dag te dragen. Alleen tijdens het wassen mochten ze de band afdoen. Voor het vaststellen van eventuele symptomen van depressie, interviewden de onderzoekers zowel de kinderen als hun ouders.
Gemiddelde hoeveelheid beweging per dag
Uit de metingen bleek dat kinderen van 6 jaar gemiddeld 1,19 uur per dag matig tot intensieve bewogen. Terwijl ze 8.58 uur niet actief doorbrachten met zittende activiteiten, zoals eten, spelletjes spelen en tv kijken. Op 8-jarige leeftijd was de actieve tijd gemiddeld 1.18 uur per dag en 9,22 uur niet actief. De kinderen van 10 jaar registreerden tot slot gemiddeld 1,09 uur aan beweging en 9.94 uur aan stilzittende tijd.
Activiteit heeft positieve invloed op depressie
De onderzoekers onderzochten de kinderen vervolgens met interviews op negen verschillende symptomen van depressie. De kinderen van 6 en 8 jaar die gematigde tot intensieve fysieke activiteit hadden geregistreerd, bleken twee jaar later een minder groot risico te hebben om symptomen van depressie te ontwikkelen.
Elk extra uur van fysieke activiteit leek bovendien te zorgen voor een bescheiden vermindering van het aantal symptomen.
Beperkingen van het onderzoek
Een daarvan is dat symptomen van depressie niet noodzakelijk ook tot een depressie hoeven te leiden. Slechts bij enkele kinderen die aan de studie hebben meegedaan, is uiteindelijk daadwerkelijk de diagnose depressie vastgesteld. Bovendien betrof het een observatieonderzoek.
Bij een studie als deze wordt het feitelijke gedrag van de doelgroep geobserveerd, en niet vastgesteld door bijvoorbeeld het invullen van vragenlijsten. Het onderzoek biedt dus geen rechtstreeks bewijs dat meer sporten tot een verminderde kans op depressie leidt.
Bewegen heeft positief effect op gemoed
De studie onderschrijft niettemin wel eerdere onderzoeksresultaten dat beweging een positief effect heeft op iemands gemoedstoestand. Bij sporten komen bijvoorbeeld dopamine, serotonine en endorfine vrij. Deze stoffen kunnen de stemming verbeteren en/of gevoelens van depressie verminderen.
Fysieke activiteit kan daarnaast de aanmaak van het stresshormoon cortisol verminderen. Sporten biedt nog meer voordelen, die indirect de kans op depressie kunnen verminderen. Denk bijvoorbeeld aan een verminderd gevoel van stress, meer sociale interactie, betere leerprestaties en een verhoogd en beter zelfvertrouwen.
Nu bewegen zorgt dat je je later beter voelt. Lees meer in ons dossier depressie.
Bron: Noors onderzoek,Nederlands Kenniscentrum Angst en Depressie