Mensen met autisme ervaren problemen in de prikkelverwerking en kunnen totaal overprikkeld raken van prikkels die andere mensen niet eens waarnemen. Deze overprikkeling geldt ook op het gebied van emoties. Mensen met autisme kunnen emoties veel sterker waarnemen dan mensen zonder autisme. Dit zorgt voor stress, angst of paniek.
Er wordt vaak gedacht dat mensen met autisme te weinig voelen. Maar er is ook nog een andere mogelijkheid, namelijk dat autisten niet te weinig voelen, maar juist te veel.
Intense World Syndrome
Het Intense World Syndrome of de Intense World Theory (Markram, Markram & Rinaldi, 2007) gaat er vanuit dat er bepaalde lokale neurale netwerken (aan elkaar verbonden zenuwcellen met een specifieke functie) in het brein van mensen met autisme hyperactief (supercharged) zijn. Het idee bestaat dat deze hyperactieve netwerken autonoom worden en in het geheugen ingesleten raken. Dit zorgt voor een overdreven waarneming (hyper-perception), overdreven aandacht (hyper-attention), extreem geheugen (hyper-memory) en extreme emotionaliteit (hyper-emotionality). Deze zaken kunnen ertoe leiden dat de omgeving door sommige mensen met een autisme spectrumstoornis (ASS) zo intens worden ervaren dat ze zich hier het liefst van afkeren. Dit zou kunnen verklaren waarom mensen met autisme (sociale) situaties vermijden of zich er uit terugtrekken.
Een ervaringsdeskundige met autisme herkent zich in de intense wereld theorie en zegt hierover: ‘Als ik een kamer binnenloop dan voel ik wat iedereen voelt, en ik denk dat veel autisten dat hebben. Het probleem is dat het sneller binnenkomt dan ik het kan verwerken.‘
Hyper emotionaliteit
Mensen met autisme hebben dezelfde emoties als ieder ander. Ze ervaren de emoties echter sterker dan neurotypicals. Het is alsof de volumeknop van de gewaarwording op maximum wordt gezet. Donna Williams was een Australische auteur met autisme. Ze beschreef dat zij regelmatig werd overspoeld door een gevoel: “De lichamelijke ervaring overheerst. Daardoor voelt een waarschuwing aan als terreur, een voorkeur als verliefdheid, minder fut hebben als een depressie.”
Door de intense manier waarop emoties worden ervaren kunnen zelfs positieve emoties onaangenaam worden. Iksimij (een pseudoniem van een vrouw met klassiek autisme) schreef hierover in een blog voor Fortier: “Emoties kunnen heel groot voelen. Zo groot dat ze groter zijn dan ikzelf. Of dat nu een fijne of onaangename emotie is maakt niet uit. Groter zijn dan mezelf voelt altijd onprettig. Al ben ik dan natuurlijk liever heel blij dan heel boos. Het voelt compleet grenzeloos en ik ga dan wanhopig op zoek naar grenzen. Letterlijk en figuurlijk. Soms gaat dat zo ver dat ik mezelf pijn ga doen.”
Gebrek aan verbinding
Omdat de hersenen van mensen met autisme overladen worden met informatie zijn ze zich niet altijd bewust van hun emoties. Soms heeft iemand met autisme wel een bepaald gevoel, maar komt er geen feedback vanuit de hersenen. Of soms weet de persoon wel dat hij iets voelt, maar niet wat hij voelt. De hersenen kunnen aan de lichamelijke ervaring geen betekenis geven.
Verkeerde verwerking
Wat het omgaan met emoties bij mensen met autisme extra ingewikkeld maakt is verkeerde verwerking. De hersenen halen verschillende gevoelens door elkaar omdat de context niet wordt meegenomen in de ervaring. Bijvoorbeeld als de persoon iemand tegenkomt die hij heel erg graag mag dan versnelt de hartslag en wordt de ademhaling dieper. Het lichaam van iemand met autisme kan dit interpreteren als “gevaar” waardoor de persoon juist vlucht in plaats van toenadering zoekt.
Ingewikkelde opgave
Voor mensen met autisme is het herkennen van emoties (bij zichzelf en anderen) en het reguleren ervan een ingewikkelde opgave. Het kost sommige mensen met autisme dagelijks een groot deel van hun energie.
Voor Iksimij is emotieregulatie zelfs een dagtaak waarbij ze de hulp van anderen hard nodig heeft: “Emoties die door een negatieve situatie en/of ervaring ontstaan, zijn het meest lastig voor mij. Ik ga wiegen (van voor naar achter), me afsluiten, ijsberen, word onrustig. Vaak raak ik dan in paniek en word ik angstig van wat ik ervaar. En dat kan uitmonden in een flipbui. Ben ik juist heel blij dan ga ik flapperen, wiegen (van links naar rechts), springen, hummen (geluid maken). Echter ook dit kan uitmonden in een boze bui omdat ik het niet verwerken kan.”
Voor de liefhebber en/of de mensen onder ons die misschien geen tijd hebben om dit door te lezen, heb ik ook een filmpje gevonden met uitleg over de Intense World Theory die je hier kunt bekijken.
Bronnen: Markram, Markram & Rinaldi, 2007, Time, Frontiersin, dekennisvannu, fortior