De coronacrisis heeft de meeste invloed gehad op de mentale gezondheid van jongvolwassenen. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers uit de Gezondheidsenquête. In de eerste twee kwartalen van 2021 was 15 procent van de Nederlandse bevolking psychisch ongezond. Dit percentage is sinds 2001 niet zo hoog geweest.
Jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar waren het vaakst psychisch ongezond. Het percentage dat zich neerslachtig voelde lag bovendien hoger dan voorheen. Daarnaast zei 45 procent zich vaker eenzaam te voelen dan voor de coronaperiode. 37 procent voelde zich vaker somber en 31 procent voelde zich vaker gestrest.
Identiteit ontdekken
‘Jongvolwassenen zijn hard geraakt door de coronamaatregelen,’ zegt Anita Kraak van het NJi. ‘Daardoor werd datgene wat zij nodig hebben om zich te ontwikkelen, zoals contact met leeftijdsgenoten en experimenteren met nieuwe ervaringen om hun identiteit te ontdekken, grotendeels geblokkeerd. Ook is het voor jongvolwassenen belangrijk om te ontdekken wat hun rol in de maatschappij is. Bijvoorbeeld door mee te denken over passende manieren om met corona om te gaan. Nu werden de maatregelen vaak buiten hen om bepaald en kregen zij bovendien regelmatig de schuld van de oplopende besmettingscijfers.’
Corona als vergrootglas
Volgens Kraak werden jongeren in kwetsbare gezinnen het hardst geraakt. ‘Corona heeft gewerkt als vergrootglas voor wat er eigenlijk al gaande was in de maatschappij, namelijk het streven naar maakbaarheid en persoonlijk excelleren. Dit zet het mentaal welbevinden en de kansengelijkheid van jongvolwassenen flink onder druk.’
Bron: CBS