Digitalisering in de GGZ niet meer weg te denken

Digitalisering in de ggz is niet meer weg te denken. Behandelaren, Gz-psychologen, psychiaters, klinisch -psychologen, orthopedagogen en psychologen krijgen in hun werk onvermijdelijk te maken met technologische innovaties zoals: nieuwe applicaties, eHealth, sociale en digitale communicatieplatformen.

Niet iedereen beschikt over voldoende digitale vaardigheden om de zorgtaken goed uit te voeren. Een eerder onderzoek van de Coalitie Digivaardig in de Zorg, vormde de aanleiding voor de ggz sector om in de eerste maanden van 2021 een eigen benchmark uit te voeren onder 5329 ggz-medewerkers bij 12 ggz-aanbieders.

Digitale starter

Resultaten van de benchmark laten zien, dat 20,2% van de ggz-medewerkers zich als digitale starter laat duiden. De totale response rate van de benchmark is 28,6. De respondenten zijn verdeeld naar categorieën: digistarter, digivaardig en digi-weet. Ongeacht een eventuele (zelf)bias heeft de ggz niet eerder dit aandachtsgebied zo helder in beeld gebracht.

Verschil ggz-zorgverleners en andere ggz-medewerkers

Er zijn wel duidelijke verschillen tussen zorgverleners en andere medewerkers. Het percentage van 20,2% digistarters bestaat uit een aandeel van 24,9%  ggz-zorgverleners en 11,3% overige ggz-medewerkers die worden geduid als digistarter. Binnen de ondersteunende diensten scoren de doelgroepen facilitair en beveiliging relatief laag en zijn resultaten vergelijkbaar met ggz-zorgverleners. Wat daarnaast opvalt is dat er geen verband is gevonden tussen opleidingsniveau en digitale vaardigheden. Hoogopgeleiden zijn net zo vaak digistarter als lager opgeleiden. Meer gedetailleerde informatie over alle resultaten staat in de publicatie van de benchmark.

Mobiele vaardigheden beter ontwikkeld

Uit resultaten blijkt dat ondervraagden minder moeite hebben met het gebruik van mobiele apparaten. Bij digistarters bedraagt het percentage 5% terwijl de categorie digiweet hier 69% scoort. Meer moeite hebben de digistarters met privacy en social media (13%) en met programma’s en applicaties (10%). Als aangrijpingspunt lijkt het dus waardevol om deze twee categorieën aandacht en ondersteuning te geven bij het versterken van de digivaardigheden van medewerkers.

Focus op acties verbeteren digitale vaardigheid

Al met al zijn de resultaten niet heel verrassend of extreem. Dat was ook niet de verwachting. In alle gevallen werd uitgegaan van het handelingsperspectief: als je vindt dat deze zaken moeten verbeteren in je organisatie, hoeveel effort wil je dan inzetten en waar moet je dan beginnen? Aanknopingspunten hiervoor zijn te lezen op de website digivaardigindezorg.nl.

De toepassing van nieuwe technieken in de behandeling, zoals apps op smartphones, verschillende e-health diensten, de toepassing van Virtual Reality (VR) en van wearables, kunnen bijdragen aan sneller herstel. Een goed voorbeeld is dat binnen de ggz hoogfrequent (digitaal) contact voor bepaalde groepen cliënten een potentieel beter behandeleffect heeft dan traditionele methoden. Ook kan digitalisering helpen het behandeleffect te meten. Dit versterkt het evidence-based werken in de ggz.

Digitalisering bij Dokter Bosman

Dokter Bosman zet stevig in op het digitaliseren van de zorg en het stimuleren van de daarvoor benodigde ontwikkeling van de digitale vaardigheden van haar behandelaren. Dokter Bosman vindt dat de geestelijke gezondheidszorg beter moet en kan. Door te innoveren, niet omdat het kan, maar omdat het de zorg verbetert en de kosten beheersbaar houdt. Door (digitale) systemen te koppelen, in te zetten op e-Health en bijvoorbeeld gebruik te maken van beveiligde beeldbel-technologie kan een grote efficiëntieslag worden gemaakt.

Bron: denederlandseggz.nl

Meer over: digitale zorg, Nieuws
Bijgewerkt: 2 juli 2021