vaststellen AD(H)D

AD(H)D is een diagnose die door een deskundige wordt gesteld. Deze gebruikt daarbij gegevens van derden (ouders/leerkrachten). De diagnose kan daardoor altijd een subjectief element bevatten. Reden te meer om zeer zorgvuldig te werk te gaan.

Er is bovendien geen waterdichte scheiding tussen iemand met en iemand zonder AD(H)D. Elk kind heeft in meer of mindere mate weleens last van concentratieproblemen of hyperactiviteit en impulsiviteit. Bij AD(H)D is sprake van meer dan gemiddeld afwijkend gedrag, dat vaker en in ernstiger mate voorkomt dan normaal én tot problemen leidt.

Drie beelden van ADHD

De DSM onderscheidt drie beelden van ADHD:

  1. Het overwegend onoplettende type;
  2. Het overwegend hyperactieve/impulsieve type;
  3. Het gecombineerde type.

Dit laatste type is de meest voorkomende vorm. Minder vaak gediagnosticeerd wordt het overwegend onoplettende type (ook wel ADD genoemd). Dit komt wat vaker voor bij meisjes dan bij jongens.  Jonge kinderen met ADHD vallen vooral op omdat zij:

  • Moeilijk stil kunnen blijven zitten
  • Snel zijn afgeleid
  • Moeilijk op hun beurt kunnen wachten
  • Van de ene activiteit naar de andere hollen
  • Niet rustig kunnen spelen
  • Overdreven veel praten
  • Anderen in de rede vallen
  • Niet luisteren naar wat anderen zeggen
  • Zich vaak in gevaarlijke situaties storten
  • Moeilijk instructies kunnen volgen
  • Anders reageren op straf en beloning
  • Veel kwijtraken of vaak iets verliezen
  • Moeilijk blijvend de aandacht kunnen richten
  • Zichzelf moeilijk onder controle kunnen houden

Kinderen met ADD

De benaming ADD komt in de DSM-5 niet meer voor, maar de afkorting wordt nog wel steeds gebruikt. Dit heeft ermee te maken dat in het spraakgebruik en in de klinische praktijk ADHD vaak alleen wordt geassocieerd met het overwegend hyperactieve/impulsieve beeld of het gecombineerde beeld.

Kinderen met ADD vallen vaak niet op, omdat ze minder druk zijn en minder overlast veroorzaken dan kinderen met de andere twee beelden. Toch heeft ADD een enorm effect op de levens van de kinderen. Het leidt er vaak toe dat zij op school minder presteren dan zij zouden kunnen.

De ernst van de symptomen wordt in de DSM aangegeven als licht, matig of ernstig. De belangrijkste verandering in de DSM-5 criteria is dat enkele van de symptomen op de leeftijd van elf jaar of jonger aanwezig moeten zijn in plaats van beneden de zeven jaar (zoals in de DSM-4). Ook geeft de definitie een preciezere beschrijving van de ervaring van volwassenen met ADHD, waardoor ook zij de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben. In voorgaande edities werd aangenomen dat ADHD voornamelijk bij kinderen voorkwam. Nu blijkt uit onderzoek dat de stoornis ook op volwassen leeftijd kan blijven bestaan.

Kinderen met ADD (ADHD van het overwegend onoplettende type) vallen op omdat zij:

  • Dromerig zijn
  • Passief lijken
  • Teruggetrokken zijn
  • Ongeorganiseerd en vergeetachtig zijn
  • Niet lijken te luisteren
  • Vaak dingen kwijt zijn
  • Gemakkelijk afgeleid worden
  • Moeite hebben met het sociale gebeuren in de klas

Hulp zoeken

De meeste mensen gaan eerst naar de huisarts wanneer zij problemen met hun kind ervaren. De huisarts stelt vast of er aanwijzingen zijn die kunnen duiden op ADHD en verwijst indien nodig door naar de kinder- en jeugdpsychiater of kinderarts die gespecialiseerd is in ADHD. Ook een psycholoog mag een diagnoses stellen. Dat geldt in ieder geval voor een GZ-psycholoog, klinisch (neuro)psycholoog en kinder- en jeugdpsycholoog.

Bij Dokter Bosman werken verschillende specialisten met ervaring  in de diagnostiek en behandeling van ADHD.Heb je een vermoeden dat je kind ADHD heeft? Wil je graag in gesprek met een professional? Neem dan vrijblijvend contact op met Dokter Bosman. Onze specialisten staan klaar om naar je te luisteren en geven je graag advies. Bel 088 226 76 26 of mail ons.

 

Bijgewerkt: 7 november 2017