Zo verwerk je prikkels
Als je Asperger of PDD-NOS hebt, worden de prikkels die via de zintuigen binnenkomen (zicht, geur, geluid, etc.) anders verwerkt. De verwerking van de boodschappen verloopt trager en over meer schakels. Bovendien is er een overschot aan neurotransmitters, onder andere serotonine. Hierdoor is de informatieverwerking minder effectief. De boodschappen komen wel binnen, maar missen de samenhang. Je neemt de wereld in losse deeltjes waar, in plaats van als geheel. Dit maakt alles in je hoofd heel onoverzichtelijk en zorgt ervoor dat je veel behoefte hebt aan vaste structuren en regelmaat.
Je brein vormt zich anders
Vóór de geboorte hebben de hersenen van mensen met Asperger of PDD-NOS zich anders ontwikkeld. De verbindingen tussen de hersencellen (de synapsen) zijn anders gevormd. Doordat bepaalde hersencellen niet op de juiste plek terecht komen, heeft de hersenschors een andere opbouw gekregen.
Bij de geboorte hebben kinderen met Asperger of PDD-NOS even grote hersenen als gemiddeld. Tijdens het 1e jaar groeien hun hersenen extreem snel. De hoofdomtrek is bij ongeveer 1 op de 4 kinderen vergroot. Dit geldt niet voor alle delen van het brein: Het opdrachtcentrum van onze hersenen – de prefrontale cortex – is niet vergroot. Daarnaast zijn enkele verschillen gevonden in de structuur van de hersenen. Hoe deze verschillen in structuur en volume precies samenhangen met de symptomen, is nog onduidelijk.
Wat medicatie doet in je brein?
Er is geen medicatie specifiek voor Asperger of PDD-NOS. Wel kunnen symptomen worden verholpen met medicatie. Angst, dwangmatig gedrag en starheid komen bijvoorbeeld vaak voor. In dit geval kunnen zogenaamde atypische antipsychotica gebruikt worden. Deze medicatie brengt de hoeveelheid dopamine en serotonine in de hersenen meer in balans. Per persoon verschillen de effecten, omdat ieders hersenen weer anders zijn. Wanneer je ervoor kiest medicatie te gebruiken, is het dus een kwestie van van verschillende soorten medicatie en doseringen uitproberen.