ADHD mythes

ADHD is een gedragsstoornis waarbij je problemen ervaart bij het concentreren, het vasthouden van aandacht, het beheersen van gedrag. Je kunt hyperactief zijn. Onderzoekers zijn niet helemaal zeker wat de oorzaak is van ADHD. Ze denken dat het misschien te maken heeft met genen of de omgeving, of een combinatie van beide.

De zin en onzin over ADHD

Wat leven met ADHD misschien nog moeilijker maakt is de hoeveelheid verkeerde informatie en negatieve stereotypen over de diagnose. ADHD’ers worden vaak omschreven als over-gediagnosticeerd, ongedisciplineerd, of gewoon lui. Onzin. We hebben een aantal mythes onderzocht.

De ADHD mythes

Mythe 1: ADHD zit ‘tussen je oren’

Op een bepaalde manier, zit ADHD inderdaad ‘tussen je oren’ of beter gezegd in de hersenen. Onderzoek heeft aangetoond dat bepaalde gebieden van de hersenen niet goed gesynchroniseerd zijn bij patiënten met de aandoening en hun algehele opbouw van het brein is anders dan mensen die het niet hebben. Hoewel veel mensen geloven dat ADHD is iets dat kinderen of ouders gebruiken als een excuus is dit ADHD aantoonbaar.

Mythe 2: Alleen kinderen kunnen ADHD hebben.

De aandoening komt vaker voor bij kinderen en tieners maar veel volwassenen hebben het ook. Je hebt meer kans als een kind te worden gediagnosticeerd, maar veel volwassenen worden in de leeftijd van 30 of zelfs ouder gediagnosticeerd.

Mythe 3: Als je ADHD ‘er ben je lui en niet slim.

Luiheid impliceert een persoon heeft de mogelijkheid om iets te doen, maar er geen energie in wil steken. Mensen met ADHD juist het tegenovergestelde van lui. De diagnose heeft niets te maken met het verstandelijke vermogen. Mensen met ADHD zijn zeer slim en creatief. Ze werken alleen anders dan anderen.

Mythe 4: Er is slechts één type ADHD.

Er zijn eigenlijk drie hoofdcategorieën die onder onder de definitie van ADHD vallen: onoplettendheid, hyperactief-impulsief en de combinatie (wanneer de persoon alle drie de symptomen heeft: onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit). Er zijn ook verschillende niveaus van ADHD, sommige mensen hebben het in ernstigere mate dan anderen.

Mythe 5: Moeite om zich te concentreren betekent dat je ADHD hebt.

Als je problemen hebt met concentratie, heb je niet automatisch ADHD. Concentratieproblemen overkomen ons allemaal. Er zijn een aantal factoren die daar aan bij kunnen dragen – zoals stress, angst, depressie, gebrek aan slaap of gebrek aan lichamelijke activiteiten.

Volgens de DSM-5 moet een kind met zes of meer symptomen van onoplettendheid vertonen. Een volwassene vijf of meer, om de diagnose ADHD de krijgen. Dit zijn onder andere; geen aandacht voor details, aandachtsproblemen op school, niet luisteren als je direct wordt aangesproken of vaak dingen verliezen die nodig zijn voor school of andere taken.

Mythe 6: ADHD kan worden genezen met goede ouderwetse discipline.

Het idee dat ADHD wordt veroorzaakt door slecht ouderschap is een mythe. Discipline kan helpen voor diegene die zich wel kunnen concentreren, maar het is zeker niet het antwoord voor ADHD. Ouders die proberen om de discipline te versterken, zonder volledig de stoornis van hun kind te begrijpen, kunnen de situatie nog erger te maken. Kinderen met ADHD hebben de neiging om zeer emotioneel en gevoelig te reageren op spanningen.

Mythe 7: Kinderen ontgroeien ADHD.

Sommige kinderen ontgroeien hun ADHD-symptomen, maar meer dan de helft heeft ook nog last van de stoornis in hun volwassenheid. Volgens een recente MIT-onderzoek verschillen de hersenen van volwassenen met ADHD van die van volwassenen die hun ADHD diagnose ontgroeiden als kinderen.

Mythe 8:  Alles wat je nodig hebt zijn medicijnen voor de behandeling van ADHD.

Vaak wordt medicatie in de vorm van stimulerende middelen (Concerta, Ritalin) voorgeschreven om de ADHD symptomen te beteugelen. Maar behandeling is meer dan een pilletje. Meestal is een combinatie met gedragstherapie de meest effectieve manier voor de behandeling van ADHD.

Mythe 9: ADHD wordt te vaak en te snel gediagnosticeerd.

Er is een discussie over de vraag of ADHD , vanwege de forse stijging van de aantallen in de afgelopen jaren, is over-gediagnosticeerd. Hoewel de stijging evident is is niet mogelijk om te zeggen of deze toename komt door dat meer kinderen ADHD hebben of dat er alleen meer kinderen werden gediagnosticeerd. Het is ook aannemelijk dat veel ADHD-gevallen niet werden onderkend.

Mythe 10: Alleen jongens hebben ADHD.

Het kan zeker lijken dat jongens eerder hyperactief en makkelijker afgeleid zijn dan meisjes. Uit een enquête bleek dat 82 procent van de leraren geloofden dat ADHD vaker voorkomt bij jongens dan bij meisjes, en dat het moeilijk was om de symptomen bij meisjes te herkennen. Maar ADHD wordt zowel bij jongens als meisjes gediagnosticeerd, hoewel de prevalentie hoger is bij jongens (13,2 procent) in vergelijking met meisjes (5,6 procent),

Mythe 11: Als je ADHD hebt, dan ben je hyperactief.

Het is niet zo dat je hyperactief gedrag moet vertonen om te worden gediagnosticeerd. Dit kan ook als je alleen concentratieproblemen hebt. En niet alle mensen met veel energie en die over-actief zijn hebben ADHD.

Wil je graag in gesprek met een professional? Neem vrijblijvend contact op met ons. Onze specialisten staan klaar om naar je te luisteren en geven je graag advies. Bel ons op 088 226 76 26 of meld je hier aan.

bron: Dokter Bosman Amsterdam, medicaldaily.com

Bijgewerkt: 28 juli 2017