Jeugd-ggz. In mijn vorige blog schreef ik over de schoonheid van mijn vak en over dat mijn vak soms zwaar is. Maar ik schreef vooral over onschuldige kinderen met lieve oprechte opmerkingen, die mijn werk soms zelfs een beetje grappig maken. Deze keer voel ik de noodzaak het over een minder grappige kant van mijn werk te hebben.
Kinderen echt verder helpen
Laat ik vooropstellen dat ik en met mij vele andere kinderpsychologen- en psychiaters dit vak zijn ingegaan om kinderen te hélpen, echt zo goed mogelijk te helpen. Naar eer en geweten. Kinderen en hun ouders weer de goede richting te wijzen. Want moeten kinderen niet vooral blij en gelukkig zijn?
Bizarre terminologie jeugd-ggz
Toen ik een paar weken geleden een overleg bijwoonde, vlogen de woorden bekostigingssystematiek, outputgericht, bulkbedragen, functiemix, populatiebekostiging, berichtenverkeer met gemeenten, specialistische jeugdhulp segment B, duurzame pakketten, etc. me om de oren. En dan is dit nog maar een greep uit de voor mij onbegrijpelijke en bizarre terminologie. Ik dacht even dat ik in het verkeerde overleg was beland, een overleg van één of ander commercieel bedrijf ofzo. Maar nee ik zat niet verkeerd, ik kreeg een spoedcursus zorginkoop.
Gemeenten doen het helemaal anders in 2018.
Vanaf 2018 gaan de gemeenten het namelijk weer hélemaal anders doen. Ja, want na 3 jaar ‘transitie’ van de jeugdzorg (van de zorgverzekeraars naar de gemeenten, wat tot nu toe vooral veel geld, administratieve rompslomp en langere wachtlijsten in heel Nederland heeft veroorzaakt) is het in 2018 tijd voor de ‘transformatie’. Gemeenten gaan over op een ander bekostigingssysteem. Kunt u het nog volgen…?
Budgetplafonds (ook zo’n bizarre term in de zorgsector) worden losgelaten en zorginkoop gaat via aannemers en onderaannemerschap. Aannemerschap? Ik ben toch hulpverlener dacht ik…?! Maar helaas, geheel tegen mijn principes in, moet ik straks afhankelijk van welk kind in welke gemeente woont, rekening houden met de manier waarop die gemeente zijn bekostigingssystematiek heeft ingericht. Zodat we de behandeling zo kunnen vormgeven dat het past bij de outpuntwens en het bulkbedrag van die gemeente, of zoiets? Maar het gaat er toch om dat ik zo goed mogelijke hulpverlening bied?
Laat zorgprofessionals doen waar ze goed in zijn
Nogmaals, ik vind mijn werk als kinderpsycholoog een heel mooi vak. En ik snap ook dat ik niet alleen bezig kan zijn met mijn werk als hulpverlener, maar me ook bewust moet zijn van het feit dat deze zorg wel betaald moet worden. Dus dat we de juiste behandeling moeten bieden en dat die niet langer moet duren dan nodig, zodat we kinderen en hun ouders zo snel en goed mogelijk weer de goede richting kunnen wijzen. En bij goed hulpverlenen hoort ook samenwerken met andere betrokken hulpverleners in en rondom het gezin. Ook als die buiten de jeugd-GGZ werken.
Regelgeving gemeenten
Helaas wordt het ons door de gemeenten erg lastig gemaakt dit goed te doen. Recent is in het nieuws geweest dat uit een enquête onder kinderpsychiaters naar voren is gekomen dat ze zich ernstige zorgen maken over de huidige gang van zaken binnen de jeugd-GGZ. Er is veel verschil tussen gemeenten, wat leidt tot veel meer administratie, maar vooral minder beschikbare hulp voor kinderen en hun ouders. En is dat niet juist waar het om te doen is. Ik schrok nog meer toen staatssecretaris Van Rijn een reactie mocht geven hierop. Hij deelt de zorgen van de kinderpsychiaters niet, vindt dat men zich juist moet richten op goede samenwerking in plaats van zich te verzetten en zich druk te maken om wat uit welk potje wordt betaald.
Hij gaf aan dat het belangrijk is dat de zorg rondom kinderen en hun gezinnen elkaar goed weet te vinden. Terwijl dat juist op deze manier niet lukt! Want omdat elke gemeente het weer op een andere manier doet en je als hulpverlener dus voor het ene kind bij Pietje moet zijn en voor het andere kind dat in een andere gemeente woont bij Jantje, kost het meer tijd uit te zoeken waar je moet zijn dan dat je tijd hebt om goed te overleggen en samenwerken met elkaar!
Kinderpsychologie, wat een mooi vak, toch?
Ik wil toch weer even teruggrijpen naar de titel van mijn vorige blog. Kinderpsychologie, wat een mooi vak. Als meisje van 18 jaar ben ik Psychologie gaan studeren met de aspiratie daarna kinderen en hun ouders zo goed mogelijk te kunnen helpen. Naar eer en geweten. Maar dit wordt me wel heel moeilijk gemaakt momenteel. Want als ik, als hulpverlener binnen de jeugd-GGZ, om het voortbestaan van mijn werkplek niet in gevaar te brengen, mij moet bezighouden met de bekostigingssystematiek van de gemeente waar mijn cliëntjes wonen, waar ben ik dan mee bezig`?
Met het bieden van de beste behandeling, naar eer en geweten? Of met het bieden van de behandeling die het beste past bij wat de gemeente heeft bedacht, ingeschat, ingecalculeerd. IK heb toch Psychologie gestuurd, zij niet! Laat ons ons werk doen, laat de jeugd-GGZ weer vallen onder de zorgverzekeringswet.
Zorg samen delen
Geen kind kiest ervoor om ADHD te hebben, of depressief te worden, een trauma te krijgen, moeilijk te leren of uit een ingewikkeld gezin te komen. Net zo min als hun ouders daarvoor kiezen. Net zo min als mensen ervoor kiezen hun been te breken, een bril te dragen of diabetes te hebben. Dus waarom deze zorg niet samen delen. We betalen allemaal onze zorgverzekeringspremie en dan zorg ik samen met mijn vakgenoten wel dat we de beste zorg leveren aan deze kinderen, hun ouders en andere betrokken instanties, maken jullie je daar maar geen zorgen over!
Tirtsa Ehrlich werkt als GZ-psycholoog bij Dokter Bosman Amsterdam in het Kind- en Jeugdteam. Dokter Bosman Amsterdam is gespecialiseerd in ADHD en ASS. Naast haar werk als GZ-psycholoog heeft Tirtsa meerdere kinderboeken geschreven over AD(H)D en psycho-educatie groepen ontwikkeld voor kinderen met AD(H)D.