Temperament voorspellende factor Autisme?

Wat zijn de  potentiële risico- en protectieve factoren van Autisme spectrumstoornis (ASS) in de baby- en peutertijd. Door de vroege ontwikkeling van beide groepen te volgen kan er meer inzicht worden verkregen in de vroege kenmerken en onderliggende mechanismen in de ontwikkeling van ASS. Op deze manier hopen onderzoekers bij te kunnen dragen aan het verbeteren van vroegtijdige screening, diagnostiek, en interventie.

Onderzoek

Orthopedagoog en onderzoeker Mirjam Pijl volgde de ontwikkeling van een groep kinderen met een verhoogd familiair risico op het ontwikkeling van ASS, namelijk de broertjes en zusjes van kinderen met de diagnose ASS. Deze groep hoog-risico kinderen wordt vergeleken met een groep kinderen met een broer of zus met een gezonde ontwikkeling, de zogenaamde laag-risico kinderen.

Over autisme

Een autisme spectrum stoornis is een ontwikkelingsstoornis waarbij problemen zich al op hele jonge leeftijd uiten, zoals ook in de DSM-5 is beschreven. Kennis over de uiting van ASS gedurende de eerste levensjaren is hiermee van groot belang voor het betrouwbaar diagnosticeren van ASS.

Temperament als voorspellende factor?

Uit eerder onderzoek blijkt dat temperament in de vroege kindertijd een potentiële risicofactor zou kunnen zijn voor ASS op latere leeftijd. Temperament kan gedefinieerd worden als relatief stabiele eigenschappen voor activiteit, affect, aandacht en zelfregulatie van een persoon. Binnen voorgaande studies werden echter alleen groepen met elkaar vergeleken, en werd niet onderzocht in hoeverre temperament ook op individueel niveau van voorspellende waarde is. Deze informatie is voor gebruik binnen de klinische praktijk zeer relevant. De kinderen werden ingedeeld in vier groepen op basis van hun ontwikkeling bij 36 maanden:

  1. Hoog-risico kinderen met een diagnose ASS;
  2. Hoog-risico kinderen zonder een diagnose, maar met een afwijkende ontwikkeling;
  3. Hoog-risico kinderen met een gezonde ontwikkeling;
  4. Laag-risico kinderen.

Binnen het onderzoek werden verschillen in temperament tussen deze groepen vergeleken. Daarnaast werd op individueel niveau bekeken of bepaalde kenmerken van het temperament voorspellend zijn voor de ontwikkeling van ASS.

Resultaten

De resultaten toonden een verschil tussen de groeps- en de individuele analyses. Temperament verschilde significant tussen de groepen, met een meer extreem temperament (m.a.w. meer negatief affect, minder regulatieve vaardigheden) voor de hoog-risico kinderen met ASS, gevolgd door de hoog-risico kinderen met een afwijkende ontwikkeling, de hoog-risico kinderen met een gezonde ontwikkeling, en de laag-risico kinderen. Echter, op individueel niveau kon de diagnose ASS op basis van temperament niet betrouwbaar worden voorspeld. Opmerkelijk was dat de hoog-risico kinderen zonder een latere diagnose ASS wel betrouwbaar konden worden geïdentificeerd op basis van een ‘gemakkelijk’ temperament. Meer specifiek, zij bleken relatief goed in staat om hun aandacht, emoties en gedrag te reguleren. Dit betekent dat de aanwezigheid van een ‘makkelijk’ temperament de kans op latere ASS erg klein maakt, terwijl de aanwezigheid van een ‘moeilijk’ temperament met onvoldoende precisie latere ASS voorspelt.

Implicaties voor diagnostiek en behandeling

Een belangrijke conclusie van dit onderzoek is dat jonge kinderen met een verhoogd familiair risico op ASS zich op groepsniveau kenmerken door een opvallend temperament. Dit lijkt niet duidelijk bij te dragen aan de vroegherkenning van ASS op individueel niveau. Toch kan het volgen van de vroege ontwikkeling van deze kinderen en het eventueel toepassen van een kortdurende interventie -vooral in het geval van het ontbreken van regulatieve eigenschappen- hun ontwikkeling mogelijk positief beïnvloeden. kan informatie over het temperament bruikbaar zijn binnen de groep kinderen met een diagnose ASS, voor een behandeling op maat. Toekomstig onderzoek naar deze rol van temperament lijkt zinvol.

Bron: Lees hier het Engelstalige artikel 

Bijgewerkt: 16 april 2019