Eén van de meest voorkomende misdiagnoses bij hoogbegaafdheid, is ASS (Autisme Spectrum Stoornis). Hoe komt het dat veel hoogbegaafde kinderen onterecht deze diagnose krijgen? En hoe voorkom je deze misdiagnose?

Veel overeenkomsten

Kijken we naar het gedrag van hoogbegaafde kinderen en kinderen met ASS, dan zien we veel overeenkomsten. Overeenkomsten die we bijvoorbeeld zien bij zowel hoogbegaafde kinderen als kinderen met ASS: het helemaal op kunnen gaan in één speciale interesse, moeizame sociale relaties, verbaal wijs, rigide of star handelen, moeite met veranderingen, moeite met bepaalde executieve functies (zoals bijvoorbeeld plannen en structureren).

Lukt het ons om verder te kijken dan enkel het gedrag, naar de onderliggende redenen en oorzaken, dan zien we verschillen tussen hoogbegaafde kinderen en kinderen met ASS.

Verschillen hoogbegaafdheid en ASS

  1. Hoogbegaafde kinderen zijn met hun speciale intense interesse gericht op verdieping. Het onderwerp verandert na verloop van tijd in een nieuwe interesse. Kinderen met ASS zijn repetitief in hun interesse en gericht op slechts één aandachtsgebied.
  2. Hoogbegaafde kinderen kunnen soms minder aansluiting vinden met leeftijdsgenootjes omdat zij cognitief en sociaal-emotioneel voorlopen. Zij vinden vaak wel aansluiting bij oudere kinderen of volwassenen. Kinderen met ASS hebben vaak minder aansluiting door een gebrek aan inlevingsvermogen en moeite met communiceren (zowel verbaal als non-verbaal: het interpreteren van gezichtsuitdrukkingen). Dit beperkt zich niet tot leeftijdsgenoten, maar is in elke relatie terug te zien.
  3. Hoogbegaafde kinderen kunnen soms wat ouwelijk of formeel overkomen door hun grote woordenschat en meer volwassen belevingswereld. Een hoogbegaafde kan uit de voeten met abstract taalgebruik en metaforen. Een kind met ASS heeft hier moeite mee. Het ouwelijk of formele taalgebruik komt bij hen eerder voort uit kopieergedrag of napraten (echolalie).
  4. Hoogbegaafde kinderen kunnen erg rigide of star zijn in hun handelen. Deze houding komt vaak voort uit een erg groot rechtvaardigheidsgevoel. Bij kinderen met ASS komt deze rigiditeit meestal voort uit de behoefte om overprikkeling te voorkomen. Om deze reden hebben kinderen met ASS ook moeite met veranderingen. Zij hebben moeite met het zien van een context of samenhang, waardoor overprikkeling op de loer ligt. Hoogbegaafde kinderen hebben ook moeite met veranderingen. Bij hen komt dit meestal door een vol hoofd door een veelheid aan nieuwe prikkels en informatie. Abstractie en innovatie worden door een hoogbegaafd kind wel begrepen.
  5. Kinderen met ASS hebben moeite met het scheiden van bij- en hoofdzaken, waardoor zij minder overzicht hebben over een taak. Hoogbegaafde kinderen hebben ook vaak minder overzicht, maar dat komt door creatief denken en het zien van talloze mogelijkheden.

Grijsgebied hoogbegaadheid en ASS

Na bovenstaande lijkt het gemakkelijk om een hoogbegaafd kind van een kind met ASS te kunnen onderscheiden. Op papier wellicht wel, maar in praktijk blijft het soms lastig. Hoe komt dat toch? Omdat er een grijs gebied is tussen hoogbegaafdheid en autisme. En als je hoogbegaafd bent, betekent dit niet dat je niet óók ASS kunt hebben. Waar houdt dan de hoogbegaafdheid op en waar begint de ASS? Of waar houdt de ASS op en begint de hoogbegaafdheid?
In grote lijnen is het natuurlijk heel fijn om te weten of we spreken van een kind met ASS of van een hoogbegaafd kind, of van een hoogbegaafd kind met ASS. Juist omdat de aanpak en het begrip voor het gedrag verschilt als de oorzaak anders is. Daarvoor is het nodig om met een ruime blik naar het kind te kijken, niet alleen vanuit HB-kennis en niet alleen vanuit autisme-kennis.

Bron: thino.nl

 

Bijgewerkt: 30 september 2019