Een veilig medicijn tegen hoge bloeddruk helpt kinderen met autisme prikkels beter te verwerken; een studie van Amsterdam UMC bewijst dit. Wetenschappers in het Amsterdam UMC kunnen voorspellen welk kind met autisme baat heeft bij medicatie. Dit doen ze aan de hand van hersenfilmpjes (een EEG) en een rekenmethode die de prikkelverwerking in de hersenen in kaart brengt.
Onderzoek
Uit het onderzoek blijkt dat een deel van de kinderen met een vorm van autisme baat heeft bij het medicijn. “Het middel blijkt een werking te hebben in hersenen van kinderen die moeite hebben informatie te verwerken. Hun prikkelbalans is dan niet optimaal, het brein is over- of onderprikkeld. Het medicijn kan de prikkelbalans verbeteren.
“Het was de grote vraag of het medicijn effect heeft op de prikkelverwerking en of en bij wie dat leidt tot verbetering van symptomen van autisme”, zegt kinderpsychiater Hilgo Bruining.
Model voorspelt bij wie het werkt
Met een EEG, een hersenfilmpje, ontwikkelden de onderzoekers een model dat kan voorspellen welke kinderen baat hebben bij het middel en welke niet. “Het moet gedaan zijn met zomaar iets voorschrijven voor deze kinderen met autisme-symptomen”, aldus Bruining. “Wij hebben een methode gevonden waarbij we vrij precies kunnen zien voor welk kind dit middel zal werken. Dat doen we door te kijken naar de prikkelbalans in het brein met een nieuwe analyse van een hersenfilmpje. Door deze data te combineren met gegevens over de cliënt krijgen we een algoritme, wiskundige formule, waarmee we kunnen voorspellen bij wie het middel zal werken. Dit middel heeft geen ernstige bijwerkingen.”
Ieder kind een unieke behandeling
Een gerichtere aanpak is volgens Bruining belangrijk. Zijn onderzoek wijst uit dat een deel van de onderzochte kinderen met autisme in hun hersenen een te hoge chloorconcentratie heeft. Die verstoort hoe prikkels binnenkomen en worden verwerkt. Hij gaf zijn cliënten een veilige, bestaande plaspil, die het chloorgehalte dempt. Deze pil betekende voor deze kinderen soms een wereld van verschil in hun gedrag en leervermogen.
Al eerder toonde Bruining aan dat kinderen in het autismespectrum zowel een overprikkeld als een onderprikkeld brein kunnen hebben. Bruining pleit voor precisiepsychiatrie. Door bij elk afzonderlijk kind met een hersenfilmpje te kijken naar de manier waarop het prikkels verwerkt en daarmee naar de oorzaak van de symptomen, wil hij ieder kind een unieke behandeling geven. Dit is de kern van de aanpak in het nieuwe N=You Kenniscentrum voor ontwikkelingsstoornissen van Emma Kinderziekenhuis Amsterdam UMC.
bron: amsterdamumc.org
Placebo
Deze studie, ’s werelds eerste placebo-gecontroleerde autisme-trial gecombineerd met hersenfilmpjes (EEG), is samen met de Vrije Universiteit Amsterdam en UMC Utrecht opgezet. Er waren 92 kinderen van zeven tot vijftien jaar met autisme bij betrokken. Deze kinderen kregen 91 dagen behandeling met ofwel het middel ofwel een placebo. Kinderen met een IQ onder de 55 en kinderen die psychoactieve medicatie gebruikten, konden niet deelnemen. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Biological Psychiatry CNII