SELFIE studie voor getraumatiseerde jongeren met een laag zelfbeeld


Sylke Toll is orthopedagoog generalist en coördinator wetenschappelijk onderzoek betrokken bij de Selfie studie. In haar werk als behandelaar ziet zij regelmatig jongeren met een negatief zelfbeeld en daaraan gerelateerde angst- of stemmingsklachten. Niet zelden hebben ingrijpende gebeurtenissen uit het verleden er aan bijgedragen dat de jongere is gaan geloven niet de moeite waard te zijn. Met de deelname aan de SELFIE studie wil zij deze jongeren ondersteunen om op een positieve manier naar zichzelf te kijken.

Ontstaan trauma jongeren

Het overgrote deel van psychische stoornissen ontstaat vóór het 25e levensjaar. Preventieve interventies worden dus steeds belangrijker in het verbeteren van welzijn, verhogen van veerkracht en in het voorkomen van psychische problemen later in het leven. Het meemaken van een traumatische ervaring op jonge leeftijd blijkt vaak ernstige gevolgen te hebben op het zelfvertrouwen van een slachtoffer. Dit verhoogt het risico op het ontwikkelen van psychische stoornissen. Al deze informatie doet vermoeden dat het aanpakken van een laag zelfbeeld bij getraumatiseerde jongeren een veelbelovende strategie is. De SELFIE-interventie pakt dit aan. Het unieke aan SELFIE is dat het een jeugdvriendelijke, gepersonaliseerde (begeleide) zelfhulp interventie is die in het dagelijks leven wordt aangeboden middels een smartphone app (PsyMateTM). Door de app in het dagelijks leven aan te bieden verwachten we, op basis van literatuur, dat de interventiecomponenten beter worden overgedragen.

Het onderzoek

Voor dit onderzoek zijn we op zoek naar jongeren tussen de 12 en de 26 jaar oud die voor hun 18e levensjaar een traumatische ervaring hebben meegemaakt (fysiek, seksueel of emotioneel misbruik, emotioneel of fysieke verwaarlozing, gepest, of getuige geweest van huiselijk geweld tussen ouders). Het zelfbeeld van deelnemers dient lager dan gemiddeld te zijn en de jongere dient in behandeling te zijn bij een centrum dat deelneemt aan de SELFIE-studie. Het doel van het onderzoek is om te testen of de app het zelfbeeld van jongeren die in de kindertijd een trauma hebben meegemaakt kan verbeteren en de impact van het trauma kan minimaliseren. Dit
wordt onderzocht door alle deelnemers door loting in te delen in de controlegroep (TAU) en de interventiegroep (TAU + SELFIE-interventie). Deze twee groepen worden voor de interventie, na de interventie, en tijdens de 6, 18 en 24 maanden follow-ups met elkaar vergeleken.

De interventie

De interventie duurt zes weken. Elke twee weken vindt er een sessie met de psycholoog plaats. Tussen deze sessies door is er drie keer e-mail contact met de psycholoog. Tijdens deze zes weken gaat de deelnemer dagelijks aan de slag met de app. De app bestaat uit allerlei opdrachten waarin wordt
gewerkt om het zelfbeeld te verbeteren. Opdrachten nemen gemiddeld ongeveer 5 minuten in beslag. De app is persoonlijk en er wordt aan zelf opgestelde doelen gewerkt. Een voorbeeld van een opdracht in de app is de “positieve datalog”. Hierin beschrijft een jongere eerst (kleine) gebeurtenissen of ervaringen op een dag waarbij hij/zij een goed gevoel kreeg. Later leert de jongere om positieve eigenschappen te koppelen aan deze positieve gebeurtenissen en ervaringen.

Zo kan bijvoorbeeld “gelachen met vrienden” betekenen dat iemand “humor” heeft, of “de to-do lijst afgewerkt” kan betekenen dat je een “harde werker” bent. Op deze manier ontstaat er een lijst van persoonlijke positieve eigenschappen die altijd ingezien kan worden. Ook leren jongeren middels de app om ontvangen kritiek kritisch te bekijken. Niet alle kritiek zou als waarheid moeten worden aangenomen, vaak is kritiek slechts een mening van anderen. Jongeren leren door de app minder gevoelig te raken voor (onterechte) kritiek. Zo zijn er nog veel meer opdrachten in de app.


Wil je meer informatie over de selfiestudie?

Meer over: onderzoek, Trauma
Bijgewerkt: 28 december 2020