Blog: De seksuele gebruiksaanwijzing van mensen met autisme

Voor mensen met autisme kan seksualiteit een gecompliceerder onderwerp zijn dan voor mensen zonder autisme. Psycholoog Marthe Ligtenberg van het Autisme Kenniscentrum onderdeel van Dokter Bosman vertelt over wat zij tegenkomt in de praktijk en geeft tips.

Bij het Autisme Kenniscentrum horen we vaak dat seksualiteit een belangrijk onderwerp is voor mensen met een autismespectrumstoornis (ASS). Ze zijn en reageren op allerlei terreinen anders. Meisjes op de middelbare school hebben bijvoorbeeld minder vaak aandacht voor typische ‘puberinteresses’ als verliefdheid, zoenen en verkering en kunnen daardoor de aansluiting missen met leeftijdgenootjes.

Flirten

Mannen hebben het vaak moeilijk met flirten. Daarbij komt het aan op begrip van de lichaamstaal van de ander, iets wat mensen met ASS nu juist lastig vinden. Vrouwen met autisme zijn vaak overgevoelig voor zintuiglijke prikkels, zoals aanraking, lichaamsgeur of geluid. Deze prikkels spelen nu juist een belangrijke rol bij seksualiteit en het plezier dat eraan beleefd wordt.
Ook een gebrek aan inlevings- en voorstellingsvermogen dat we vaker zien bij mensen met autisme maakt een seksuele relatie kwetsbaarder. Het helpt immers niet als je je geen voorstelling kunt maken van het functioneren van het lichaam van je partner. Of als je niet begrijpt waarom je partner geen zin heeft in seks als hij of zij verdrietig, boos of moe is of pijn heeft. Ook houden sommige mensen met autisme erg vast aan een routine in bed, zoals een bepaalde positie (‘standje’).

Seksuele geaardheid

Daarnaast kunnen er seksuele problemen ontstaan door een andere seksuele geaardheid. Wat we namelijk weten uit onderzoek is dat 16% van de mannen en 23% van de vrouwen met ASS bi- of homoseksueel zijn. Daarnaast is het percentage transgenders onder mensen met autisme ook hoger: 11% van de vrouwen met autisme zegt zich deels vrouw of man te voelen, 7% voelt zich man noch vrouw en 3% twijfelt. Ook zeggen mensen met autisme vaker ‘aseksueel’ te zijn, ze hebben dan geen interesse in seks. Helaas zijn dit nog steeds taboeonderwerpen en daardoor zeker voor mensen met autisme een zware last. Zij krijgen vaak eerst te maken met het ‘anders zijn’ door autisme en daarna nog met de problemen rond het ‘uit de kast komen’. Misschien dat ze er daardoor vaker voor kiezen om geen relatie te hebben.

Tips autisme en seksualiteit

  • Wees duidelijk over seksualiteit. Stel vragen aan je partner over wat hij of zij fijn vindt en wanneer het een goed moment is voor seks.
  • Heb je moeite met verandering? Het kan helpen om afspraken met je partner te maken over wanneer je op een andere manier seks hebt. Dan is het wel voorspelbaar, maar ook afwisselend.
  • Twijfel je over je seksuele geaardheid? Gesprekken, bijvoorbeeld met een psycholoog, kunnen je helpen om er duidelijkheid over te krijgen.
  • Geen behoefte aan seks? Dat is absoluut niet raar. Je kunt eventueel met een psycholoog bespreken wat dit voor je betekent en hoe je hier invulling aan kunt geven.

Autisme blog

Marthe Ligtenberg, psycholoog bij het Autisme Kenniscentrum. Je leest ook meer over autisme in ons dossier Autisme.

Bijgewerkt: 3 april 2018