Deze week is het de week van hoogbegaafdheid. Hoogbegaafde leerlingen moeten betere begeleiding krijgen van bijgeschoolde leraren en hulp krijgen van experts. Ook kunnen zij na groep 8 een tussenjaar volgen voor ze naar de middelbare school gaan.
Minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs wil dat de hulp aan hoogbegaafde kinderen wordt verbeterd, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. In het regeerakkoord is al afgesproken om daar 15 miljoen euro extra aan uit te geven.
Herkennen hoogbegaafde leerlingen
Voor een gedeelte is hoogbegaafdheid aangeboren, maar de omgeving waar een hoogbegaafd kind in opgroeit is ook belangrijk. “Als ouders de slimheid opmerken, kan een kind echt snel stappen maken. Leraren herkennen vaak niet dat een kind zeer slim is, zich verveelt, thuis vervelend wordt en niet meer naar school te krijgen is. Soms krijgen hoogbegaafde kinderen onterecht het stempel ADHD of autisme.
Er is wel geld voor kinderen met leerproblemen, in het kader van het ‘passend onderwijs’, maar dat kunnen scholen zelden gebruiken voor zeer slimme kinderen. Slob wil dit wel mogelijk maken. Er komt een subsidieregeling voor scholen en samenwerkingsverbanden met goede ideeën.
Bijscholen leraren
Om ervoor te zorgen dat hoogbegaafde kinderen sneller begrepen worden, moeten leraren bijscholing kunnen krijgen. Ook een tussenjaar is volgens Slob een goed idee. “Het is voor leerlingen die al klaar zijn met de basisschool, maar nog niet toe zijn aan de middelbare school”, schrijft de minister.
Slob benadrukt dat er al goede initiatieven zijn, maar dat het nog beter moet. Sommige scholen hebben bijvoorbeeld al aparte afdelingen voor hoogbegaafde kinderen en dat kunnen meer scholen doen, hoopt de minister.
bron: nos.nl